-
1 parallel
adj. parallel; gelijklopend--------n. parallel, gelijkenis--------v. vergelijkenparallel1[ pærəlel] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:without (a) parallel • zonder weerga————————parallel2♦voorbeelden:parallel parking • fileparkerenparallel to/with • parallel/evenwijdig met; vergelijkbaar met————————parallel3〈werkwoord; Brits-Engels parallelled〉2 evenaren ⇒ overeenstemmen/corresponderen met♦voorbeelden: -
2 commensurable
adj. vergelijkbaar, evenredig[ kəmensj(ə)rəbl] 〈 commensurably〉 -
3 biro
n. (Britse merknaam) merknaam van een balpen (vergelijkbaar met Bic in Amerikaans Engels)[ bajroo]♦voorbeelden: -
4 parallel to/with
parallel to/withparallel/evenwijdig met; vergelijkbaar met -
5 CSU
(Computers) hulpmiddel gebruikt om een computer te verbinden met digitale communicatielijnen (vergelijkbaar met modem)CSU (channel service unit) -
6 tachi
n. tachi, soort Japans zwaard, gebruikt door de Samoerai, met een lang gekromde kling, voornamelijk bedoeld voor gevechten te paard, vergelijkbaar met de sabel -
7 EBCDIC
een standaard verzameling van tekencodes, vergelijkbaar met ASCII, gebruikt op grote computers1 [Extended Binary Coded Decimal Interchange Code] -
8 datelike
adj. vergelijkbaar met een dadel, lijkt op dadel -
9 pinochle
n. pinochle (kaartspel vergelijkbaar met bezique) -
10 comparable
adj. gelijkend; vergelijkbaar[ koomprəbl] 〈comparably; zelfstandig naamwoord: comparability〉♦voorbeelden: -
11 commensurate
adj. passend, geschikt[ kəmensj(ə)rət]
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский